Hasselt, de grootste stad en de hoofdstad van Belgisch Limburg profileert zich al enkele jaren als de Vlaamse stad van de Smaak. Na twee dagen in de stad verbleven te hebben kan ik stellig zeggen dat de stad deze naam meer dan verdient. Na aankomst in Hasselt, dat iets meer voeten in de aarde had dan verwacht, aangezien een deel van de Belgische conducteurs besloten had om te staken, checkten we bij het hotel in. Vervolgens maakten onze eerste culinaire pitstop.
De eerste lunch
We brachten een bezoek aan het restaurant ‘The Century’ voor een overvloedige lunch. Deze lunch begon, met een glaasje cava vergezeld van een kleine mousse van tonijn. Hierna volgde een licht pompoensoepje met enkele warme versgebakken broodjes. Het was een eenvoudig maar lekker soepje alleen de hoeveelheid was zeker voor een lunch erg aan de maat. Het hoofdgerecht was een kalfstournedo of een stukje kabeljauw. De kalfstournedo werd opgediend met verschillende verse groenten, in hun schil gekookte aardappelen en een pepersaus. Ondanks het feit dat mijn stukje vlees een behoorlijk stuk later arriveerde dan het eten van de rest van de gasten aan tafel was het goed bereid. Met de vers gemaakte pepersaus erbij vormde het een aangenaam geheel. Het toetje was een chocolademousse met een bolletje sinaasappelijs en vanillesaus. Het geheel was lekker maar had mij nog zeker niet overtuigd dat Hasselt de hoofdstad van de Smaak is. Na de lunch, die natuurlijk te lang duurde moesten we ons haasten naar de volgende stop het Jenevermuseum.
Het Jenevermuseum
Jenever klinkt in eerste instantie wat oubollig en niet meer van deze tijd nu iedereen aan de Gin-Tonic zit en cocktails hipper zijn dan ooit. Toch is het Jenevermuseum van Hasselt een leuk en interessant museum. De hele opzet van het museum is recentelijk veranderd. Er is van de modernste technieken gebruik gemaakt om de bezoekers de verschillende processen te laten zien die met het stoken van jenever te maken hebben. Bij binnenkomst van het museum loop je gelijk op tegen een antieke stookinstallatie die nog steeds in gebruik is. Ongeveer dertien weken per jaar wordt deze installatie nog gebruikt om de huisjenever van het museum te stoken. In het museum kom je ook een indrukwekkende verzameling aan reclamemateriaal tegen. Een van de topstukken in het museum is een bordje dat gemaakt is door de beroemde Belgische kunstenaar Magritte.
Voordat je het museum uitgaat en je een bezoek gaat brengen aan het proeflokaal, kom je in een grote ruimte waar de verschillende kruiden uitgestald staan die gebruikt worden voor het maken van jenever. Niet alleen het kruid zelf, maar ook een extract ervan, zodat je de kruiden kunt ruiken én voelen. In deze ruimte is ook een computer te vinden die op basis van een aantal vragen de ideale jenever voor je uitkiest. Dit bonnetje neem je mee naar het proeflokaal waar je, jouw jenever kunt proeven. Bevalt deze, dan heb je de mogelijkheid om er een fles van te kopen.
Winterland
De volgende stop is de Hasseltse kerstmarkt ‘Winterland’. Na een korte wandeling over de kerstmarkt krijgen we uitleg van de organisator van het evenement over de doelstelling van de kerstmarkt. Kermisatraccties zou je hier misschien niet verwachten, maar blijken er doelbewust te zijn neergezet met name om mensen met kinderen naar de kerstmarkt toe te trekken. Verder wordt ons verteld dat de organisatie streeft naar een zo gevarieerd mogelijke bezetting van de kerstmarkt. Hier ga je dus geen eindeloze kramen met handschoenen en mutsen tegenkomen. Twee van de hoogtepunten van de kerstmarkt zijn de mobiele ijsbaan en het huis van de Kerstman. Dit huis is een exacte replica van zijn huis in Finland. Natuurlijk zijn er op de kerstmarkt tal van eetkraampjes te vinden. Van Hollandse poffertjes tot Vlaamse friet en van Hasseltse jenever tot Glühwein; je komt het er allemaal tegen. Er zijn op de kerstmarkt twee grote tenten, waar je na een wandeling door de kou even kunt bijkomen. De mooiste is een ouderwetse Belgische spiegeltent. In deze tent kun je naast enkele heerlijke Belgische biertjes, glühwein en jenever ook met regelmaat live muziek vinden.
Het Diner
We laten Winterland achter ons, want het is ondertussen tijd voor het volgende culinaire hoogstandje. We gaan eten bij ‘De Kwizien’ één van de best aangeschreven restaurants in Hasselt. Een snelle blik op Tripadvisor leert ons dat vrijwel alle reacties lovend zijn over zowel het eten, als over de bediening. We beginnen met een tartaar van Sint-Jacobsschelp op een blaadje nori met een crème van wasabi gevolgd door een klein proevertje van gerookte paling en een bisque met garnalen. Dit alles wordt begeleid door een glaasje cava. Na deze drie bijzonder lekkere hapjes beginnen we met het voorgerecht. Dit is een heerlijk stukje vis op het vel gebakken met couscous. Als hoofdgerecht krijgen we eendenborst geserveerd met een gadogado saus. Deze combinatie lijkt in eerste instantie wat vreemd, maar ik kan je vertellen dat het was heerlijk. Bij de eend werd een bijzonder lekkere primitivo uit Puglia geserveerd. Als toetje kregen we een prachtig opgemaakt bord met ijs, bavarois, sponzen van hazelnoot en krokantjes geserveerd op speculaaskruimels. De verschillende smaken en structuren maken dit tot één van de beste nagerechten die ik ooit heb mogen proeven. Het geheel werd afgesloten met een vers gezette koffie met enkele heerlijke zoette hapjes. Na het culinaire spektakel bij ‘De Kwizien’ begin ik er langzaamaan van overtuigd te raken dat Hasselt de naam als stad van de Smaak zomaar eens waar zou kunnen gaan maken.
De Groene Hendrickx
Na het diner was het tijd om terug te gaan naar het hotel waar ik in één van de stijlkamers sliep: de zogenaamde jeneverkamer. Het was een prachtig gerenoveerde kamer met als hoofdbord van het bed een verlicht kunstwerk van lege, groene jeneverflessen met daarachter licht. Na een lekker nachtje geslapen te hebben werden we vervolgens bij het ontbijt weer verwend met gebakken eieren, spek, verse jus d’orange en vers gezette koffie.
Smaak wandeling
Lang konden we niet in het hotel blijven want er stond een stadswandeling op het programma. Hierbij werden we begeleid door een dame van het toeristisch bureau. Ze liet ons wat bijzondere plekjes in de stad zien waaronder een minibibliotheek en enkele prachtige straatjes. Enkele culinaire hoogtepunten tijdens deze wandeling waren een bezoek aan een bakkertje en chocolaterie Boon, waar we de typische Hasseltse speculaas te proeven kregen en enkele van heerlijke bonbonnetjes mochten proeven. Enkele bijzondere smaken, zoals geroosterde chilipeper, passeren de revue. De smaakwandeling kan eventueel worden uitgebreid met een bezoek aan een volkscafé voor een plaatselijk jenevertje en een Grand Café waar een kopje erwtensoep op je staat te wachten. Het was een leuke en interessante wandeling, alleen was het jammer dat de regen voor ons een spelbreker was.
De tweede lunch
De regen zorgde er gedeeltelijk voor dat we stadswandeling wat inkortten en naar binnen vluchtten bij ‘De Smaaksalon’ voor onze lunch. We werden in een aparte ruimte gezet die nog het meest deed denken aan een oude stijlkamer in een renaissance kasteel: de perfecte setting voor onze laatste maaltijd in Hasselt. Bijna als vanzelfsprekend begonnen we de maaltijd weer met een cava om vervolgens het eerste hapje te krijgen. Gerookte stukjes zalm op een kroepoek van speculaas en een tartaar van biefstuk met gepofte spek. Vooral de kroepoek van speculaas was erg lekker waardoor we nieuwsgierig werden naar de rest van de gerechten. Het voorgerecht was een bijzonder lekker stukje buikspek geserveerd met rode kool en een salade van zuurkool. Het buikspek was goed gegaard en smolt bijna op de tong. Het hoofdgerecht was een mooi klaargemaakt stukje parelhoenborst met handgemaakte aardappelkroketjes, een witlofstronkje en wat andere garnituur. Heerlijk, maar veel te veel. Het beste wordt hier tot het laatste bewaard want het toetje was echt heerlijk. Een bolletje vanille-ijs en panna cotta geserveerd op een crumble van speculaas begeleid door mandarijntjes koekjes en een heerlijke fris saus. Een waardige afsluiter voor deze bijzondere culinaire twee dagen.
Hasselt stad van de Smaak
Op voorhand was ik was kritisch over de bijnaam van Hasselt. Is niet iedere zichzelf respecterende stad in Vlaanderen trots op zijn eigen smaken en hoogtepunten? Wat zou er in Hasselt zo anders moeten zijn? De stad heeft me echter weten te overtuigen dat je in Hasselt moet zijn voor goede jenever, echte speculaas en fantastische chocolade. De kwaliteit van de restaurants waar wij gegeten hebben was hoog. Als deze restaurants representatief zijn voor Hasselt, dan mag Hasselt zich met recht de Vlaamse stad van de Smaak noemen. Wie een bijzondere stad in Vlaanderen wil ontdekken en van lekker eten houdt moet echt naar Hasselt toe. Ik kan je verzekeren dat je daar zeker geen spijt van zal krijgen. De informatie over de verschillende restaurants en de wandeling van smaak is te verkrijgen bij het toeristisch bureau van Hasselt. De kerstmarkt ‘Winterland’ is nog tot 4 januari 2015 in de stad te vinden.