Consument verwacht na de zomer te kunnen reizen

De coronacrisis is in volle gang. Nieuwe maatregelen worden verwacht terwijl ondernemers wanhopig naar hun verdampende spaarrekeningen kijken, voor zover dat die er nog zijn. In veel branches is de nood hoog. Zo ook in de reisbranche waar al sinds maart vorig jaar amper fatsoenlijke omzetten gehaald worden. Vooral de grilligheid waarmee landen van oranje naar geel en weer omgedraaid worden, is desastreus voor deze zwaar getroffen sector. Met het vaccin hoopt de reisbranche dat de vakantiemarkt weer op gang zal komen. Dat lijkt gemakkelijker gezegd dan gedaan. Er heerst nog veel onduidelijkheid over de snelheid waarmee het vaccin ingespoten wordt en aan welke regels reizigers straks moeten voldoen. Voor nu is het nog gemakkelijk: alle reizen naar het buitenland zonder noodzakelijk karakter worden sterk ontraden. Reis niet, zijn de woorden die Rutte ons laat horen.

Naar aanleiding van het artikel ‘Onzekerheid lastig voor toerisme‘ hebben we een onderzoek uitgevoerd onder Nederlanders. De vraag was heel simpel: wanneer verwacht u de eerste buitenlandse vakantie te maken? Daaruit blijkt dat de hoop vooral gevestigd wordt op de laatste vier maanden van het jaar. Dat is het moment waarop hopelijk iedere Nederlander die dat wil gevaccineerd is tegen COVID-19 (en alle varianten).

Het onderzoek

Wij hebben onderzoeksbureau ‘Meten is weten’ de afgelopen week laten onderzoeken wanneer Nederlanders weer naar het buitenland op vakantie denken te kunnen gaan. Daarbij waren drie verschillende soorten antwoorden mogelijk: een specifieke maand in 2021, een specifieke schoolvakantie in 2021 of in het algemeen: niet voor 2022.

Opmerkelijk is dat een redelijk grote groep zich inmiddels al hardop afvraagt of een vakantie tijdens de zomer erin zit. Kun je in juli naar de camping in Frankrijk of aan het Gardameer? Gaat het mogelijk zijn om naar de costa’s in Spanje te vliegen om daar te genieten van een heerlijke strandvakantie? Ongeveer de helft van de ondervraagden verwacht in juli of augustus naar het buitenland op vakantie te kunnen. Twee maanden geleden was het nog tweederde van de mensen die dat dacht. Als belangrijkste stoorzenders worden de trage start van de vaccinaties, de komst van de mutaties en de tragere daling van de besmettingen genoemd.

De cijfers

Dit zijn de uitkomsten onder de mensen die een specifieke maand noemden (totaal = 100%):

In maart 2021 weer naar het buitenland: 0,5%
In april 2021 weer naar het buitenland: 2,1%
In mei 2021 weer naar het buitenland: 4,2%
In juni 2021 weer naar het buitenland: 5,4%
In juli 2021 weer naar het buitenland: 12,8%
In augustus 2021 weer naar het buitenland: 18,2%
In september 2021 weer naar het buitenland: 16,0%
In oktober 2021 weer naar het buitenland: 20,2%
In november 2021 weer naar het buitenland: 3,8%
In december 2021 weer naar het buitenland: 7,2%
In 2022 weer naar het buitenland: 9,6%

Onder de mensen met schoolgaand kroost werden deze vakanties opgegeven:

Tijdens de krokusvakantie: 0,6%
Tijdens de meivakantie: 4,8%
Tijdens de zomervakantie: 44,7%
Tijdens de herfstvakantie: 13,9%
Tijdens de kerstvakantie: 17,1%
In 2022 weer naar het buitenland: 18,9%