Deze week was het verouderde sterrensysteem voor Nederlandse hotels in het nieuws. De branche heeft kennelijk eindelijk zelf in de gaten dat het systeem niet meer van deze tijd is en ziet vooral ook in dat kleine accommodaties onterecht buiten de boot vielen. Dat laatste gaat opgelost worden, want vanaf volgend jaar mag iedere accommodatie met tenminste één slaapkamer zich een hotel noemen.
De vraag is hoe ze in hemelsnaam een goed en objectief classificatiesysteem in elkaar gaan zetten? Hoe ga je een hotel beoordelen? Dat is heel erg lastig, want een aantal zaken die meegepakt zouden moeten worden zijn volkomen subjectief. Zoals het comfort van het bed, het comfort van de douche, de ervaring van omgevingsgeluid, de mate waarin je een hotelkamer kunt verduisteren, de inrichting. Begin hier maar eens aan.
Als ervaren hotelgast merk ik dat een viersterrenhotel uiteen kan lopen van zeer goed tot een uitgeleefde bacteriënplaag. Vijf sterren zegt ook niets, want ik slaap in vijfsterrenhotels die helemaal top zijn, maar kom er ook tegen die wat mij betreft 2 tot 3 sterren in zouden mogen leveren.
Het grappige is dat ze met de hoteleigenaren willen overleggen hoe zo’n systeem opgezet zou moeten worden. Juist de branche waarin steeds meer ketens er een kunst van gemaakt hebben om met beperkte middelen net aan de criteria voor een extra ster te komen. Een branche waarbij steeds meer de aandeelhouder in plaats van de gast centraal staat. Een branche die steeds meer terrein verliest aan appartementen, bed&breakfasts en kleinschalige persoonlijke hotels. Nu met een nieuw systeem komen is een beetje mosterd na de maaltijd. De consument weet immers allang de weg te vinden naar de hotelbeoordelingen op hotelboekingssites en beoordelingssites.